Met grote woorden en dikke nota’s wil Den Haag de leefbaarheid in Nieuwegein verbeteren. Maar in de wijken zelf blijft het vooral tobben met achteruitgang en groeiend wantrouwen. Zo berichtte we eerder dat tijdens de Woontop van 11 december 2024 in het Nieuwegeins Business Center minister Mona Keijzer van VRO afspraken heeft gemaakt met de 20 NPLV-gebieden (Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid) over het versnellen van de geplande woningbouwprojecten. Het ministerie maakt komende jaren 600 miljoen euro vrij voor deze versnelling voor alle gebieden. Nieuwegein krijgt een deel hiervan om versneld 564 extra woningen te bouwen, bestaande woningen te verduurzamen en de leefomgeving in de Centrale As te verbeteren.
Meer Nieuwegeiners hebben hun buurt de afgelopen jaren achteruit zien gaan dan vooruit. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van de Leefbarometer. Ruim 1.600 inwoners wonen inmiddels in een wijk die er slechter voorstaat dan in 2022, terwijl slechts 470 bewoners verbetering zagen. Hoogzandveld-West spant de kroon: daar kelderde de leefbaarheid het hardst. En hoewel Plettenburg een lichte plus noteert, blijft het de buurt met de laagste score van heel Nieuwegein.

En toch, zegt Den Haag, is er niets aan de hand wat niet met een nationaal programma op te lossen valt. Nieuwegein prijkt namelijk op de lijst van negentien steden die zijn opgenomen in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Onder de noemer “Centrale-As” krijgt de gemeente vijftien tot twintig jaar lang ondersteuning van het Rijk. Op papier klinkt dat als een reddingsboei. In werkelijkheid is het vooral een bureaucratische lifeline: stapels akkoorden, dashboards en alliantie-overleggen, met telkens nieuwe gezichten uit ministeries en kennisinstituten.
Wat staat er concreet tegenover? Woningverbetering, herstructurering en verduurzaming, betaald uit potjes als het Volkshuisvestingsfonds en de Woningbouwimpuls. Ook belooft Den Haag dat kinderen meer kansen krijgen via extra scholen, voor- en vroegschoolse educatie en een “kansrijke start”. Tegelijkertijd komt er meer aandacht voor preventie van jeugdcriminaliteit, omdat juist in kwetsbare wijken jongeren makkelijker verleid worden door de ondermijnende misdaad.
Maar hoe kritisch moet je zijn als inwoner van Nieuwegein? De plannen staan bol van goede bedoelingen, maar bewoners herkennen zich vaak nauwelijks in de beleidsnota’s. Wie in Plettenburg of Hoogzandveld-West rondloopt, ziet geen dashboards of experimenten, maar lege winkelpanden, geluidsoverlast en sociale spanningen. Terwijl beleidsmakers praten over “gemengde wijken” en “kansengelijkheid”, ervaren bewoners vooral het tegenovergestelde: een wijk die jaar na jaar achterblijft en waar vertrouwen in de overheid steeds dunner wordt.
Het wrange is dat Nieuwegein in de cijfers gemiddeld nog altijd “ruim voldoende” scoort. Dat biedt politieke geruststelling, maar maskeert de diepe kloof tussen wijken. Want waar Gaarden en andere buurten redelijk scoren, zitten bewoners van de Centrale-As al jaren vast in een neerwaartse spiraal. Juist daar waar de Haagse programma’s zich nu op richten.
De vraag is dus of de miljoenen uit Den Haag werkelijk landen op straatniveau. Helpen al die allianties en prestatieafspraken echt de buurman die geen werk vindt, de tiener die afhaakt op school of de huurder die in een tochtige flat woont? Of blijft het steken in een beleidsmachine die vooral zichzelf voedt?
Nieuwegein verdient meer dan een vinkje op een Haagse lijst. De leefbaarheid staat lokaal onder druk, en dat merken bewoners dagelijks. Hoog tijd dat de mooie woorden en dikke rapporten uit Den Haag niet alleen vertrouwen wekken, maar ook tastbare verbeteringen brengen. Anders blijft Nieuwegein vooral een voorbeeld van hoe groot de kloof kan zijn tussen papier en praktijk.
Tinus A.I.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.